De ringmus


In de winter zie ik af en toe de ringmussen uit de verlaten nesten van de huiszwaluwen vliegen. Toch bijzonder want het is een best zeldzaam vogeltje geworden. Deze mus kun je herkennen aan de roodbruine kop, een wit wangetje met zwarte stip en een witte ring om zijn nek. Het mannetje en vrouwtje zien er hetzelfde uit.

 

De ringmus is een echte plattelandsmus. Hij hoort bij de dorpen met een zogenaamd kleinschalig cultuurlandschap.

 

 

De aanwezigheid van graanvelden is voor hem ideaal.  Op de erven waar kippen worden gevoerd vinden ringmussen ook hun graantje. Het zijn echte zaadeters. Zaadjes vinden ze ook tussen de onkruiden van bijvoorbeeld de bermen. Overdag zitten ze graag in de struiken: veilig voor roofvogels. In mijn tuin zitten ze vaak in de klimroos en bij de buren in de liguster.

 

 

 

 

 

 

 

 

Rond ons huis heb ik verschillende keren gezien dat ze hier broeden. Ze kunnen bijvoorbeeld broeden in nestkasten van de koolmees. Deze nestkasten hebben de juiste maat vliegopening. Ook heb ik ze zien broeden in een kunstnest van de huiszwaluw. Zo’n mussennest is dan herkenbaar doordat er vaak wat strootjes uit het nest hangen. De jonge mussen krijgen eiwitrijke insecten te eten. Het is dus belangrijk dat er genoeg insectenlarven zijn in de tuinen.

 

 

 

 

Nu in de winter kan ik ze goed bestuderen vanachter het raam. Ze komen op de mezenbolletjes af. Deze bijzondere vogels zijn dus het gehele jaar in ons dorp aanwezig. Ringmussen maken iets minder geluid dan huismussen, en zitten graag in groepjes in de struiken. Daar kunnen we ze dus aan herkennen.

 

Inga Tessel